De houten constructie van de molen getuigt van een zeldzame streekgebonden fase in de technologische evolutie van de watermolenbouw in Limburg. Volgens overlevering was de Langerenmolen tot het eind van de 18de eeuw altijd in kerkelijk bezit en vanaf 1730 tot 1807 eigendom van de abdij Van Achel.
In 1971 werd het gebouw ingericht als woonhuis. Van het houten onderslagrad blijft niets meer over. De houten wateras steekt nog door de muur, verscholen achter het struikgewas. Het binnenwerk is nog gedeeltelijk aanwezig, zoals het gietijzeren spoorwiel.
De molen is uitsluitend van buiten te bezichtigen.